Hemels licht
Wekelijkse inspiratie - 6 december 2024
Geliefd mens,
Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naartoe? Tussen deze twee vragen beweegt zich ons hele leven. Het zijn vragen uit het lied ‘Kind van het heelal’. Vragen die ons uitdagen om onze verbeeldingskracht aan te spreken, zoals mensen vóór ons dat ook al deden.
Volgens de Griekse mythologie werd de mens geschapen nadat uit Chaos - waarmee alles begon - de aarde ontstond. Daarna schiep Eros planten en dieren in alle soorten en maten. Alle met geheel eigen, bijzondere eigenschappen. Als laatste schiep hij de mens. Deze creatie liep rechtop waardoor dit het enige schepsel was dat niet alleen naar de aarde maar ook naar de hemel kon kijken. Vervolgens blies Eros ‘het leven’ in de mens.1
Waarom was het volgens de Grieken juist Eros, de god van de liefde en de schoonheid, die de mens het leven inblies? Is het een verwijzing naar de liefde als ultieme bron, als drijfveer en zin van ons bestaan? En datgene van ons wat blijft bestaan na onze dood?
Licht in het donker
De liefde wordt vaak verbeeld als ‘licht’. We spreken over het licht van de liefde en over de opdracht van de mens om het licht van de liefde te brengen. In deze adventstijd bereiden we ons voor op en vieren we de komst van het licht met kerst. In vrijwel alle religies is dit ‘licht’ het symbool voor ‘het goede’ dat gebracht kan worden en zelfs noodzakelijk is in ons bestaan. Het ‘goede’ laat zich op veel manieren zien: in warmte, medemenselijkheid, gastvrijheid, oprechtheid, vriendelijkheid, rechtvaardigheid, zorgzaamheid etc. Het is datgene waarnaar diep verlangd wordt, vooral in een wereld waarin de gevolgen van haat, hardheid, onmenselijkheid, afwijzing, uitsluiting en oorlog elke dag zichtbaar zijn. Het is licht waarvan de waarde ons nog het sterkst gewaarwordt in het donker.
Flonkerende sterren
Het is een groot goed om me bewust te zijn van dat wat nodig is en me voor veel verantwoordelijk te voelen. Tegelijkertijd vraag ik me ook regelmatig af hoe ver mijn verantwoordelijkheid gaat. Ik ervaar dat opgelegde verantwoordelijkheden of verwachtingen, vaak die van mijzelf, mij doen wegdrijven van de liefde. Dan kom ik in de wereld van het ‘moeten’: je hoort je aan te passen aan de regels van de groep, je moet de vrede bewaren, je moet een ander vergeven, je moet klaarstaan voor de ander. Dit ‘moeten’ en ‘horen’ put je uit omdat het grenzeloos is. Je hart wordt er niet warm van. Het is de kunst ervoor te zorgen dat in jou het spontane, het echte, de scheppende beweging levend blijft. Dat vraagt om een biddende houding in vormen die bij je passen. Bidden om de liefde in jezelf en in elkaar te ervaren. In het dagelijks leven jezelf regelmatig de vraag te stellen: wat zou de liefde doen? Dat is inclusief de liefde voor jezelf. Soms vraagt het om dwars tegen alle regels en verwachtingen in te gaan om de scheppende ruimte in mezelf te ervaren. Er zijn evenveel sterren in als buiten jou en je ziet ze alleen flonkeren in het donker.
Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken,
Is kind worden en naar de sterren kijken,
En daarheen langzaam worden opgelicht.2
Het licht van de liefde
Als we als mens in staat zijn om ons naar ‘de hemel’ te richten en daar het eeuwige licht te zien, kunnen we steeds beseffen dat we deel zijn van een eeuwig scheppend geheel. Leidt dat besef niet tot verantwoordelijkheid om het eeuwige liefdeslicht te zoeken in onszelf, in elkaar, in de oneindige grootsheid van de schepping? In ons leven schrijven we allemaal mee aan het grote verhaal. Het verhaal van de zoektocht van de mens naar zichzelf, van u en mij, in relatie tot al wat is. Aan het grote verhaal van het licht van de liefde.
Eric-Jan Willekers
voormalig districtsvoorganger district Amstelveen
1 Vrij naar Wikipedia
2 Fragment uit Hebben en zijn…, Ed. Hoornik, 1952