Aan een tafel van broederschap
Wekelijkse inspiratie door Eric-Jan Willekers – 10 juli 2022
Geliefd mens,
In de ontwikkeling van veel samenlevingen zijn waarden als tolerantie en verbinding in verscheidenheid deel gaan uitmaken van een gedeelde identiteit. Dat geldt ook voor de Nederlandse samenleving. Vaak zijn deze waarden letterlijk bevochten, zoals in de Nederlandse gewesten tijdens de opstand tegen de Spanjaarden in de 16e en 17e eeuw, waarbij het ging om tolerantie op godsdienstig terrein. Je hoeft niet ver te zoeken om te weten dat tolerantie nog niet altijd vanzelfsprekend is.
Ik heb een droom
Tolerantie gaat over de mate waarin afwijkend gedrag of andere uiterlijkheden worden geaccepteerd, maar kan ook gaan over de acceptatie van leden van bepaalde groepen op basis van kenmerken als afkomst, gender, godsdienst, levensovertuiging of politieke mening. Het woord tolerantie is afgeleid van het Latijnse ‘tolerare’, dat verdragen, verduren of uithouden betekent, allemaal ‘werkwoorden’. Hoe tolerant ben ik? En waarom zou ik dat willen zijn?
Martin Luther King sprak in 1963 tot een grote menigte van zwarte en ook witte Amerikanen: ‘I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave-owners will be able to sit down together at a table of brotherhood’. (Vertaling: Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders samen aan een tafel van broederschap zullen kunnen zitten). Kortom, we zouden meer kunnen beseffen dat we tot dezelfde familie behoren, verwanten zijn, en elkaar kunnen opzoeken. Boven deze inspiratie staat ‘Geliefd mens’. In die twee woorden wordt verwantschap uitgedrukt: jij en ik horen bij elkaar, wie je ook bent. Het laat geen ruimte voor uitsluiten.
De variatie waarderen
We delen met elkaar dat we allen mens zijn. We zijn allen uit dezelfde bron van leven voortgekomen en door dezelfde duizelingwekkende evolutie geworden tot de talentvolle wezens die we zijn. Allen bewonen we de aarde en kunnen niet zonder haar bestaan. Zijn we geen deelhebbers aan één allesomvattend verband, waarbij dit alles intrinsiek bij elkaar hoort? En behoren de dieren en planten ook niet in zekere zin tot onze ‘verwanten’?
Kunnen we het zo zien dat ook alle varianten erbij horen? Zonder variatie zou er geen enkele vooruitgang mogelijk zijn. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van denkbeelden. Kunnen we die variatie leren waarderen? Kan ik aan een tafel van broederschap ook eens door de ogen van de ander kijken? Kunnen we leren met de verscheidenheid soms wat soepel en relativerend om te gaan?
We zijn allemaal broeders
Maar hoe zit het dan als je heel direct geconfronteerd wordt met de echt onbegrijpelijke ander waarmee je je op geen enkele wijze verwant voelt? Mohamed El Bachiri schreef nadat zijn vrouw omkwam bij een terroristische daad: ‘We zijn allemaal broeders’. ‘Is iemand die zoiets doet ook een broeder?’ ‘Ja, dat is ook een broeder, maar een broeder die een verkeerd pad heeft gekozen’.1
Tolerantie mag niet zo ver gaan dat er aan gedrag geen grenzen meer worden gesteld. Er moeten immers ook andere essentiële waarden hooggehouden worden. Ook mag tolerantie niet ten koste gaan van jouw eigenheid, want ook jij bent een creatie van het scheppende leven. Je kunt jezelf nog de vraag stellen of je aan een tafel van broederschap aanvaardbaar voor een ander wil zijn zonder je eigenheid te verloochenen.
Eric-Jan Willekers
Districtsvoorganger Apostolisch Genootschap
1 Mohamed El Bachiri, Een jihad van Liefde, p. 52