“Bij sommige liedjes voel ik me weer achttien”
“Al die liedjes die je daar hoort, ken ik van vroeger en maken me blij. Ik kan alles meezingen, iedereen zingt altijd mee. Ik heb speciale dansschoenen. Die doe ik altijd aan als ik naar het DansPaleis ga. Even een kam door mijn haar, dansschoenen aan en gaan.”
“Al die liedjes die je daar hoort, ken ik van vroeger en maken me blij. Ik kan alles meezingen, iedereen zingt altijd mee. Ik heb speciale dansschoenen. Die doe ik altijd aan als ik naar het DansPaleis ga. Even een kam door mijn haar, dansschoenen aan en gaan. Dan loop ik daar met mijn rollator dansend naar binnen. Kijk zo… Meteen voel ik me beter. De muziek zorgt daarvoor. Ik ga altijd alleen. Eén keer heb ik mijn buurvrouw meegenomen. Maar die is een stuk jonger dan ik.
Goochelaar
Ik woon al negentien jaar in dit huis. Op die kast staat mijn hele leven: mijn man, onze twee zoons, hun vrouw, hun kinderen. Ik heb drie kleinzoons en één kleindochter. Vier jaar geleden overleed mijn man. Hij was semi-professioneel goochelaar. Dat kon hij goed, het was een serieuze hobby. Op die foto geeft ie een show. En die grote zwart-witfoto is onze trouwfoto. Die heeft mijn zoon zo groot afgedrukt. Ik heb heel lieve zoons. Ik zie ze niet heel veel. Ze wonen niet meer in de buurt en hebben hun eigen leven. Ik spreek ze wel, hoor.
“Het DansPaleis is fijn om er even uit te zijn”
Ik loop niet meer zo makkelijk en ben veel alleen thuis. Niet eenzaam hoor, ik vind het fijn. Vaak pak ik een fotoboek en blader even terug in de tijd. Dan zit ik te denken aan hoe het toen allemaal was. En ik heb veel goeie buren om me heen. Ze vragen wel eens: eet je een hapje mee? Soms krijg ik bezoek van het DansPaleis met ‘Een Praatje en een Plaatje’. Een vrijwilliger komt dan langs met muziek van vroeger. De vorige keer had ik om de Vogeltjesdans gevraagd; die had ze meegenomen. En Richard Clayderman. Pianomuziek, daar goochelde mijn man vroeger op.
Met de rollator op de dansvloer
Het DansPaleis is fijn om er even uit te zijn. De eerste keer vond ik het meteen leuk. De zaal is altijd prachtig versierd. Ik zie er mensen die in de Korenhorst wonen, ook veel Surinaamse mensen, dus ze draaien ook Surinaamse muziek. Ook dat vind ik leuk. De meiden van het DansPaleis maken het ook gezellig. Zodra ik de muziek hoor, ga ik bewegen. We dansen samen. Ik sta gewoon met de rollator op de dansvloer.
Muziek doet veel met me. Het maakt me blij en ik wil dansen. Bij sommige liedjes voel ik me weer achttien. Kijk, op deze foto ben ik achttien. Dat meisje zit nog steeds in mij. Ik zeg wel eens tegen buren: ga een keer mee, kom een keer kijken, het is gratis. Het is echt een feestje en je bent er even uit.”
Tekst: Karen Feenstra
Fotografie: Vincent Boon