‘Welkom, fijn dat je er bent’
Marja is met haar 86 jaar de oudste bewoonster van een gemengde-generatiewijk bij Nijmegen: de Eikpunt.
“Mijn dochter vertelde: ‘Mam, er wordt een wijk gebouwd waar alle generaties samen een gemeenschap vormen. Een ecologische wijk, met zonne-energie en lemen muren. Echt iets voor jou.’
Dat sprak me aan. Ik voelde me niet thuis in de seniorenflat waar ik sinds de dood van mijn man alleen woonde. Ik was milieubewust, maar de meeste ouderen op de galerij hadden een houding van ‘het zal mijn tijd wel duren’. Daar ging ik bijna automatisch in mee. Ik kroop steeds meer in mijn holletje. Terwijl ik diep van binnen geloof dat elk mens verschil kan maken voor de aarde. En iets te geven heeft.
Eindstation
Maar ik voelde me te oud om te verhuizen, ik was al 84. Ik dacht dat ik de kracht niet meer zou hebben, ook omdat de wijk nog vorm moest krijgen. Toch schreef ik me in, want deze gemeenschap voelde als mijn enige kans om uit die ouderenflat weg te komen. Ik besefte heel goed: anders werd die mijn eindstation.
“Ik kroop steeds meer in mijn holletje”
Ik besloot naar het Zondagscafé te gaan, bedoeld voor aanstaande bewoners. Een vrouw stapte op me af en omhelsde me. ‘Welkom, fijn dat je er bent’, zei ze. Ik was verwonderd, en overdonderd, maar ook op mijn gemak gesteld door zoveel vriendelijke toekomstige bewoners. Toen ik in aanmerking bleek te komen voor een huis, besloot ik de stap te wagen. Er moest nog veel gebeuren, het zou niet makkelijk zijn, maar ik zou naar beste kunnen bijdragen. Zo deed iedereen het hier.
In mijn eerste week klopte er al een buurvrouw op het raam, een moeder van twee kindjes. Haar man zat er doorheen door alle verhuisperikelen. Of ik vleesbouillon kon maken, zelf was ze vegetariër. Ik deed het, onwennig, maar toen ik haar daarna buiten tegenkwam, zei ze: ‘Het heeft geholpen!’ Dat gaf zo’n blij gevoel. Ik deed er weer toe.
Zij hielpen mij en ik hen
Er werd een WhatsAppgroep gevormd, waarin bewoners elkaar om hulp vragen. Zo leerde ik nog meer buren kennen: zij hielpen mij en ik hen. Ik ging oppassen op kinderen uit de wijk, ik blijk nog zoveel liefde te kunnen geven. Ook help ik andere bewoners hun gordijnen te maken. En soms kook ik voor buren. Geregeld krijg ik een eet-uitnodiging retour.
Ik plan bewust mijn weken niet te vol, zodat ik ruimte houd voor spontane afspraken. Zoals laatst, toen we opeens een feestje hadden. Ik stond gewoon mee te dansen, jong en oud door elkaar. Sinds ik hier woon, ben ik helderder geworden. Ik kan mezelf zijn, mét af en toe sombere buien. Waar ik eerst woonde, was ik al een beetje aan het doodgaan in mijn eentje. Hier is verbondenheid. Ik leef weer.”
Tekst: Johanna Hoogendam
Fotografie: Vincent Boon