Liederen voor Stille Week en Pasen

De stille week (drieluik)

De intocht

De ochtend gloort,
als hij Bethanië verlaat
en naar Jeruzalem opgaat.
Bevrijdingsdag!
Zonovergoten juicht de stad,
die zo lang om verlossing bad.
Een palmtak vlagt.
En met een glimlach om zijn mond
omarmt hij mild het volk dat rond
hem samendromt.
Dan klinkt de roep om nog een wonder.
Hij zegt: 'Je zult niet leven zonder,
als de liefde komt.'
Het feest verstomt.

Het laatste avondmaal

De avond valt
en vrienden zitten dicht bijeen;
hij wast hun voeten één voor één
en doet het voor.
Hij schenkt de wijn en breekt het brood
en zegt: 'Doe als ik na mijn dood,
het werk moet door.'
Dan noemt hij allen bij de naam
en wijst in hen de priester aan.
Zo wordt het nacht.
Voor één van hen is het te zwaar:
een knik als een afscheidsgebaar.
De rest slaapt zacht …
Hij bidt en wacht.

De opstanding

Een nieuwe dag.
Nadat het onheil was geschied,
blijven zij achter in verdriet
en zo alleen.
De vrouw die zoveel om hem gaf,
zoekt hem vertwijfeld bij zijn graf.
Waar is hij heen?
Zij treft alleen een tuinman daar.
En oog in oog onthult hij haar
een groot geheim:
'Al is hijzelf niet meer in leven,
het licht van liefde is gebleven.
Het zal er zijn,
als wij er zijn.'
Amen.

Tekstschrijver(s)
Hans Reinold
Componist(en)
Raymond Stoop
Copyright
Apostolisch Genootschap
Bezetting
Gemengd koor (SATB)
Terug naar muziekbibliotheek