Het Hoogste is in ieder

Om het karakter van deze orgelmeditatie goed uit te laten komen is het belangrijk om het
aangegeven tempo van kwartnoot[spatie invoegen]= 60 aan te houden. Denk hierbij aan de
uitvoeringspraktijk van muziek van componisten als Johann Sebastian Bach en Johann Ludwig Krebs.

Ook een passende registratie zal het karakter van het stuk onderstrepen. Een 8-voets
registratie waarbij geen registers met hogere voetmaten worden gebruikt, komt het meest in aanmerking.
Dus geen 2-voets registers en ook geen vulstemmen.

Eventueel kan een zachte fluit 4'[spatie invoegen]de fluit 8' aanvullen. Gezien de beweging in zestiende noten en de lage ligging van de melodie dient het gebruik van de tremulant in dit stuk vermeden te worden.

De op het voorblad vermelde registratievoorbeelden zijn gedacht vanuit de mogelijkheden van de orgels in onze gebouwen. Registernamen zullen niet op alle orgels hetzelfde zijn, maar er zullen wel registers met hetzelfde karakter te vinden zijn.

Voorbeeld 1

• RH manuaal II: Fluit 8' + Roerfluit 4', volume eventueel aanpassen met
• LH (melodie) manuaal I: Prestant 8 + Roerfluit 8'
• Ped: Subbas 16' + Koppel Ped+II

Voorbeeld 2

• RH manuaal I: Roerfluit 8'
• LH (melodie) manuaal II: Hobo 8' ( of ander tongwerk ) + fluit 8' + principaal 8', volume eventueel aanpassen met zwelkast
• Ped: Subbas 16' + koppel Ped+I

Voorbeeld 3

• RH manuaal I: Roerfluit 8'
• LH (melodie) manuaal II: principaal 8' + Spitsfluit 8' (+ Gamba 8' )
• Ped: Subbas 16' + koppel Ped+I