40| Wie zal ik zijn
Als de kou komt
van over de bergen,
hard en scherp,
wie zal ik zijn?
Als de nacht komt,
een duistere deken,
alles dooft,
wie zal ik zijn?
Een geest in de wind,
een stem in de stilte,
een stamelend kind,
een vlam in de kilte?
En jij, m’n kind,
je armen trillend
naar mij strekkend
in de nacht?
Als de kou komt
van over de bergen,
hard en scherp,
zal ik er zijn
Who will I be?
When the cold comes
from over the mountains,
hard and sharp,
who will I be?
When the night comes,
a darkening blanket,
all is dimmed,
who will I be?
A quickening breeze,
a voice in the silence,
a stammering child,
a flame in the coldness?
And you, my child,
your little arms trembling,
reaching for me
in the night?
When the cold comes
from over the mountains,
hard and sharp,
I will be there.
- Tekstschrijver(s)
-
Marcel Heerink
- Componist(en)
-
T. Bethlehem
- Copyright
- Apostolisch Genootschap
- Bezetting
- Gemengd koor (SATB)