39| Het huis van mijn leven
Als ik wandel door het huis van mijn leven
vind ik kamers vol van warmte en van licht.
Deze kamers, waar mijn dromen
stuk voor stuk zijn uitgekomen,
wil ik koesteren, liefst met de deuren dicht.
Als ik wandel door het huis van mijn leven
vind ik kamers waar ik amper iets herken.
Daar is alles zo versleten,
weggestopt of al vergeten,
en daar voelt het of ik zelf een vreemde ben.
Als ik wandel door het huis van mijn leven
vind ik kamers waar ik niet naar binnen kan.
Daar zijn dingen uit mijn leven,
die ik nog geen plek kan geven,
waar ik stilletjes voor vlucht of naar verlang.
Als ik wandel door het huis van mijn leven
vind ik kamers die ik min en die ik mijd.
Maar tenslotte kan ik kiezen
voor weer nieuwe perspectieven
en dat maakt die kamers anders na een tijd.
Dit huis van mijn leven is mijn huis,
dit huis van mijn leven is mijn thuis.
The house of my life
When I wander through the house of my inner life,
I find chambers full of warmth and of light.
These are chambers where my dreams
all came true, strange as that seems,
so I want to cherish them with doors closed tight.
When I wander through the house of my inner life,
I find rooms where there is nought I recognize.
All that’s in there is so worn,
tucked away, forgot or torn,
that it makes me feel a stranger in disguise.
When I wander through the house of my inner life,
there are rooms which still remain closed off to me.
They contain things from my life
which still cause me inner strife,
things for which I long, and some from which I flee.
When I wander through the house of my inner life,
there are rooms I love and rooms where I can’t be.
But what I can choose to dois to change my point of view,
so that there’s more space in which I can feel free.
This house of my life is my house.
This house of my life is my home.
- Tekstschrijver(s)
-
Hans Reinold
- Componist(en)
-
Raymond Stoop
- Copyright
- Apostolisch Genootschap
- Bezetting
- Gemengd koor (SATB)