Werkvormen verdiepingssamenkomsten kerstwijding 2023

Werkvormsuggestie 1: Talking-stick 

De kerstwijding rust op drie onderwerpen: geliefd - bevrijd - verbonden.

Vraag aan degenen die naar de eerste verdiepingsavond willen komen, om van te voren de kerstwijding te lezen. Laat hen alvast bepalen met welk(e) onderwerp(en), geliefd - bevrijd - verbonden, ze het meest hebben en waarom.

Tijdens de eerste ontmoeting ga je in kleine groepjes (max. 5 à 6) in gesprek over de drie onderwerpen. Doe dat met behulp van een praatstok oftewel talking-stick. Dat kan ook een steen of een ander voorwerp zijn.

Degene die de talking-stick in zijn of haar handen heeft mag vertellen over één van de onderwerpen. De andere deelnemers luisteren. Pas als degene met de talking-stick is uitgesproken, kunnen de anderen vragen stellen ter verduidelijking. Daarna geeft degene met de talking-stick zelf de beurt aan een ander. Kriskras door de groep is vaak het leukst.

Het is aan te raden per persoon maximaal 10 minuten te gebruiken, inclusief vragen stellen door de toehoorders. Geef iedere 10 minuten een teken dat de tijd om is, zodat je maximaal een uur bezig bent. Daarna verzwakt vaak de aandacht.

Toelichting op de kerstwijding kan het best na deze ronde. De beleving, het delen en de verbinding staan voorop.

Werkvormsuggestie 2: De hele gemeenschap betrekken

Wat in verschillende gemeenschappen goed heeft gewerkt in 2022, is het betrekken van de hele gemeenschap. Vraag hen de kerstwijding te lezen en kort toe te lichten welke van de drie onderwerpen het meest aanspreekt en waarom. Verzamel de antwoorden en vraag of die, bijvoorbeeld tijdens een dienst, gebruikt mogen worden. En misschien wil iemand het eigen antwoord wel toelichten.

Werkvormensuggestie 3: Vertel eens

In het deel van Tobias is te lezen: “In onze grondslag staat: het licht van de liefde willen we koesteren en van generatie op generatie overdragen. Die opdracht voelt Tobias. En hoe is dat voor u, voor jou? En wat betekent dat in je dagelijks leven?”

Verdeel de groep in tweetallen. Laat de gesprekspartners elkaar antwoord geven op de vragen hierboven. Moedig de luisteraar aan om door te vragen. Ervaren ‘doorvragers’ weten hoe je dat doet. Voor minder ervaren ‘doorvragers’ kan het helpen alleen het woord ‘waarom?’ te gebruiken. Iemand is uitgesproken en de ander zegt: “Waarom?” Het antwoord dat volgt krijgt als reactie weer: “Waarom?” Doe dat maximaal drie keer. Leg uit dat het vaak wat onnatuurlijk kan voelen, maar dat het goed werkt om te verdiepen. Je kunt ook alle deelnemers vragen het op deze manier te doen.

Geef even aan als de 10 minuten voorbij zijn en draai dan de rollen om. Nadat beide sprekers geweest zijn, kom je weer in de grotere groep. Vraag de deelnemers om de antwoorden die ze gehoord hebben, aan de groep te presenteren. Ga na of dat voor iedereen akkoord is.

Laat degene die spreekt, na de samenvatting, bij de eigenaar van het verhaal nagaan of het klopt wat zij of hij gezegd heeft.

Werkvormensuggestie 4: De vragen leven

A. Het deel van Natalia begint met het lied De vragen leven. Lees en/of beluister het met elkaar.

Vraag de deelnemers op het witte vel aan de muur (of meerdere vellen) te schrijven wat er in hen opkomt bij dit lied. Laat eerst iedereen schrijven en vraag of ze bij de woorden of zinnen, hun naam noteren. Wanneer de meeste deelnemers klaar zijn, kunnen ze elkaar bevragen op de gegeven antwoorden. Laat iedereen door elkaar lopen en ontspannen in gesprek gaan.

B.  Je kunt hetzelfde doen, maar dan met een duidelijk geformuleerde vraag op één of meerdere vellen. Bijvoorbeeld: “Wat betekent dat, de vragen leven?” of “Hoe doe je dat, de vragen leven?”

Zorg wel voor open vragen. Dat zijn vragen die je niet met alleen ja of nee kunt beantwoorden. Ze kunnen beginnen met: wat, hoe, waardoor, waarom, hoezo, etc.

Werkvormensuggestie 5: De schoonheid van verbinding

Bekijk samen het filmfragment van Dirk de Wachter in het deel van Natalia. Vraag de deelnemers de inhoud op zich in te laten werken en ondertussen steekwoorden te noteren van wat hen opvalt.

Vraag na het fragment wie er iets over zou willen zeggen. Vragen die je eventueel kan toevoegen zijn bijvoorbeeld: “Wat is het verband met ons geloofsverhaal?” of “Wat houd je soms tegen geen verbinding te maken?”

Niet iedereen hoeft aan de beurt te komen, maar het is wel belangrijk dat degene die iets wil zeggen, de gelegenheid ook krijgt.

Tip: wanneer iemand wat lang aan het woord is en je bemerkt dat de groep afdwaalt, helpt het om de woorden van degene die vertelt, samen te gaan vatten. Degene die vertelde kan dan nagaan of hij of zij begrepen is en eventueel een kleine correctie aanbrengen. Men voelt zich gezien en gehoord, en jij kan de beurt aan iemand anders geven.

Werkvormsuggestie 6: In beweging

Het filmfragment van Justin Samgar, in het deel van José, gaat in de kern over verbinding, over verbondenheid. Maar waarom is dat zo’n belangrijk iets, verbondenheid?

Vraag de deelnemers na het bekijken van het fragment, voor zichzelf het antwoord op deze vraag op te schrijven. Is men tevreden met het eigen antwoord of denkt men het antwoord zo wel te hebben, vraag dan om het in een creatieve vorm te gieten. Men kan er bijvoorbeeld een gedicht van maken. Of misschien kan iemand met spoken word, zoals in het fragment, uit de voeten. Iemand die goed kan tekenen, maakt wellicht liever een tekening en weer iemand anders schrijft vlot een liedtekst van het antwoord. Laat de creatieve uitingsvormen aan de deelnemers.

Zorg wel van tevoren voor materiaal als papier, stiften, wasco, tijdschriften om uit te knippen, scharen, lijm enz. Het is heel leuk om het werk, indien mogelijk, op te hangen of te laten presenteren.