Levensregelen

Dit document komt uit de tijd van apostel Van Oosbree, zoals onderaan te zien is. Het zal rond 1915 gemaakt zijn, voor alle mededienenden vanaf onderdiaken tot en met oudsten.

De tekst luidt:

 

Levensregelen

voor de mededienenden in het Huis Gods,

samengesteld en aangeboden door hunnen Apostel.

 

Een Dienaar moet zijn:

In het liefhebben groot,

                In het minachten klein.

Eenvoudig in ’t benemen,

                Tot dienen gezind.

Een held en overwinnaar op zich zelf =

Een hulpzoekende mensch bij God

                In zijn dagelijksch lot.

Een bron vol geloofskracht en leven,

                Een zondaar, wiens zonden zijn vergeven.

Heer over zich zelf en het eigen verlangen,

Een hulpvaardige dienstknecht voor zwakken en bangen.

Voor geen groote zich buigend =

                Tot den geringste zich neigend.

Een scholier voor zijn Meester,

                Een leeraar in zijn strijd tegen geesten.

Een bedelaar met biddende handen,

                Een uitdeeler onder alle standen.

Aan het krankbed als een vrouw,

                Maar man in ’t gebaar en trouw.

Grijs in ervaring =

                Een kind in ’t vertrouwen.

Naar het hoogste trachtend,

                Maar ook het kleinste achtend.

Gestemd tot vreugde,

                Vertrouwd met het leed.

In denken klaar =

                In spreken waar

Een vriend van den arbeid,

                Een vijand der traagheid.

In het offeren trouw =

                Zonder bijbedoelend gewin.

Vaststaan in het geloof =

                In edelen zin.

 

Dat allereerst alle ,,dienenden’’ der Apostolische Gemeente zich den zin van

bovenstaande woorden mogen eigen maken is de innige hartenswensch van

hun Apostel

J.H. van Oosbree